Soms zit het ‘m niet in de meubels of kleuren, maar in… het licht. “Het voelt kil in huis,” zei een klant laatst. En inderdaad, ze had overal plafondspots met koel wit licht. De oplossing? Verlichting met warmte – letterlijk én visueel.
Begin met lagen
Net als in de mode werkt licht het best in laagjes. Combineer basisverlichting (zoals spots of plafonnières) met sfeerverlichting (denk aan tafellampen) en functionele verlichting (zoals leeslampen). Zo kun je de sfeer aanpassen aan je moment van de dag.
Gebruik warm licht (en vergeet dimmers niet)
Let op de kleurtemperatuur van je lampen. Kies voor warm wit (tussen de 2200K en 2700K) voor een gezellige gloed. En investeer in dimmers – ideaal om van werkmodus naar relaxmodus te schakelen.
Kijk ook naar de lamp zelf
Niet alleen het licht, maar ook de vorm van de lamp bepaalt de sfeer. Een stoffen kap verzacht het licht, terwijl helder glas een strakker effect geeft. Bij een project in Den Bosch kozen we voor amberkleurig glas boven de eettafel: instant gezelligheid.
Speel met schaduw
Verlichting mag ook spannend zijn. Een wandlamp die schaduwen werpt op de muur geeft karakter aan een ruimte. Een schemerlamp in de hoek maakt van een vergeten plek ineens een leeshoek.
Verlichting als onderdeel van het ontwerp
Zie lampen niet als los element, maar als onderdeel van je interieurplan. Wij betrekken verlichting altijd al in het begin van het ontwerp, zodat de balans klopt – zowel qua stijl als sfeer.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
